‘Ouderen met dementie hebben echt mijn passie’, begint Annemarie. ‘Ze zijn zo puur. Elke glimlach van een bewoner uit dankbaarheid is een mooi moment en een blijk van herkenning. Dit geeft voldoening in mijn werk.’ Meneer Verdouw is ook zo’n dankbare bewoner. ‘Hij is altijd erg positief en tevreden over de zorg’, geeft Annemarie aan.
De mens achter de dementie
Annemarie legt uit dat het belangrijk is om de tijd te nemen voor ouderen met dementie en mee te gaan in hun beleving. De mens zien achter de dementie is haar boodschap. Ken daarom het levensverhaal van de bewoner. Dit is heel belangrijk voor de juiste benadering van de bewoner. Ken mij, zie mij, hoor mij en laat mij zijn kernwoorden. Ze licht toe: ‘Het kan zijn dat je wordt gezien als een bekende uit hun vroegere leven en dit geeft verbinding met elkaar. De bewoner voelt zich hierdoor veilig.’
Annemarie denkt even na en moet denken aan een bewoner die gefascineerd was door haar witte blouse met plooitjes. ‘Wanneer ik haar kamer binnenkwam, was het eerste wat ze zei: ‘Laat mij je mooie blouse eens zien?’ Als ik dan andere kleding aanhad, vroeg ze meteen naar de blouse. Vanaf die tijd droeg ik de blouse met plooitjes naar het werk, omdat mevrouw die zo mooi vond. Prachtig als dit ontstaat bij een bewoner met dementie!’
Ken daarom het levensverhaal van de bewoner. Dit is heel belangrijk voor de juiste benadering van de bewoner.
Dezelfde levensovertuiging
Annemarie vindt het mooi dat ze haar werk en passie kan uitoefenen bij een organisatie met dezelfde levensovertuiging. De identiteit is voor haar heel belangrijk om zich op haar gemak te voelen. ‘Met bewoners kunnen we in gesprek gaan over het geloof. We voelen elkaar aan en zijn de bewoners maar ook elkaar als collega’s tot steun met de Bijbel als richtsnoer. Iedere dag gaat Gods Woord open en bidden wij met elkaar. Dit leidt tot mooie gesprekken waarbij de bewoner soms iets uit zijn of haar eigen persoonlijk geloofsleven mag vertellen. En het mooie is dat veel bewoners de psalmen uit het hoofd kennen, ondanks hun dementie. De identiteit is echt diepgeworteld in alle facetten en dat is best bijzonder in deze tijd.’ Mevrouw Verdouw, die ook aanwezig is tijdens dit gesprek, voegt hieraan toe dat haar man, die vroeger ambtsdrager is geweest in de Gereformeerde Gemeenten, na de maaltijd uit de Bijbel leest en voorgaat in gebed met medebewoners van de woongroep.
Het echtpaar heeft bewust gekozen voor zorg bij een identiteitsgebonden organisatie. Mevrouw Verdouw: ‘Het is fijn dat hij hier zo thuis is, ondanks dat het moeilijk is dat we niet meer samen zijn.’ Psalm 56 betekent hierin veel voor haar en ze weet zich getroost door de woorden ‘Mijn tranen hebt G’ in Uwe fles vergaard’.
Samenwerken met mantelzorgers
Vanwege dubbele zorgkloof wordt het steeds belangrijker om meer samen te werken met mantelzorgers. Een rol die mevrouw Verdouw met verve inneemt. ‘Meneer springt altijd helemaal op als ik vertel dat zijn vrouw vandaag komt. Dan lacht hij van oor tot oor’, vertelt Annemarie lachend. Meneer krijgt veel bezoek. Er worden boodschappen voor hem gedaan en zijn kleding wordt aangevuld. Laatst kwam zijn dochter met vers fruit voor de hele woongroep.’
Een tijd geleden ging het bergafwaarts met meneer Verdouw. Zijn vrouw, die vroeger ook in de zorg heeft gewerkt en van de hoed en de rand weet, heeft toen heel intensief geholpen al mantelzorger. ‘Het is een wonder dat meneer nog leeft’, sluit Annemarie dankbaar af.