‘Jeannette, hoe verliep het traject om het Anker deze nieuwe manier van werken eigen te maken? Wat was jouw rol hierin?’
‘Ik kreeg via mijn teamleider de vraag of ik het zag zitten om mijn collega Lisette van den Dool in Amandelhof te ondersteunen en in haar kracht te zetten als Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie (GVP’er). Een prachtige uitdaging!
Ik ben blanco naar Amandelhof gegaan. Voor mij een nieuwe locatie met een andere setting dan ik in Nebo gewend ben. Maar ook hier wonen cliënten met dementie. Tijdens mijn eerste observaties zag ik dat er taakgericht werd gewerkt. Dit heb ik samen met de GVP’er Lisette besproken. We hebben als afdeling met elkaar nagedacht over het brein met dementie en het wonen op een verpleegafdeling. Vervolgens hebben we interventies ingezet.’
‘Mies, kun je eerst iets vertellen over de oude situatie?’
‘Om zeven uur gingen we de bewoners wakker maken. De lamp ging aan, je hielp de bewoners uit bed, kleedde hen aan, gaf de medicijnen en bracht hen naar de huiskamer voor het ontbijt. Dat was je gewend, dat deed je bij iedereen, je dacht er eigenlijk niet bij na. We riepen naar elkaar over de hoofden van de bewoners heen, we ruimden de vaatwasser uit tijdens de maaltijd. De bewoners kregen alles mee en raakten overprikkeld. Geluiden komen nu eenmaal extra hard binnen bij mensen met dementie.
Wat wij de hele dag doen is eigenlijk een toneelstuk voor de bewoners: ze volgen alles, zien alles, maar snappen niet wat je aan het doen bent. Iedereen rent om zijn taken te vervullen, waarbij aandacht voor de bewoners vaak tekort schiet.’
‘Wat houdt het project ‘De klok bestaat niet’ precies in? Wat doen jullie anders dan voorheen?’
‘We werken heel cliëntgericht. Zo maken we de bewoners vooral niet wakker, we laten hen slapen tot ze wakker worden. We praten op gedempte toon, zodat ze niet overprikkeld raken. Met de bewoners praten we op ooghoogte. Verder praten we niet over hun hoofden heen: persoonlijke en werkgerelateerde dingen bespreken we op de gang. We drinken koffie met de bewoners, zodat ze hun verhaal kwijt kunnen. Zo kom je op leuke gesprekken.
We leren als team nu hoe belangrijk het is om de tijd te nemen om onbegrepen gedrag te begrijpen, om erachter te komen wat er in iemands hoofd omgaat. Je moet de bewoners leren kennen om ze te begrijpen. En daarbij in je hoofd houden dat de klok niet bestaat. Kijken waar je aan toekomt. Van taakgericht naar cliëntgericht werken, dat is de kern. De eigen regie van de bewoner komt veel meer tot zijn recht.’
‘Kun je een paar mooie voorbeelden noemen?’
‘Een van de bewoners is erg onrustig en loopt veel. Voorheen zeiden we telkens: ‘Ga maar zitten.’ Nu laten we hem gaan. Het geeft hem rust dat hij kwijt kan wat hij in zijn hoofd heeft. Een andere bewoner slaapt veel vanwege medicijnen. In plaats dat ze de halve dag in een stoel zit te slapen, mag zij nu in bed blijven tot ze echt wakker is. Eten en drinken krijgt ze dan in bed. Hoe mooi is dat?
We eten nu ’s avonds warm in plaats van ’s middags. Daardoor gaan de bewoners wat later en met een volle maag naar bed, zodat ze minder snel ’s nachts wakker zijn.
We zijn bezig met een pilot met de Momo BedSense. Dat past ook mooi in de nieuwe manier van werken. De Momo BedSense registreert of iemand slaapt. Als je een bewoner wilt gaan wassen, kun je eerst op de app kijken of deze nog in rust of al wakker is. Zo voorkom je dat je onnodig op iemands kamer komt en een bewoner wakker maakt. Ook voor de nachtdienst is dit ideaal.’
‘Hoe zijn jullie op dit traject gekomen? Hadden jullie als team zelf zoiets van ‘dit moet anders kunnen’, of kwam iemand anders hiermee?’
‘Collega Lisette heeft de GVP-opleiding gedaan. Daarna heeft Jeannette van Klinken geobserveerd hoe wij hier werken op het Anker en heeft ze ons een cursus gegeven op het gebied van belevingsgericht werken. Naast Lisette waren met name mijn collega Rianne Koelewijn en ik hierbij betrokken. Ik heb ook meegelopen in Nebo, dat was heel verhelderend. Jeannette begeleidt ons nog steeds in dit traject.
Nee, we waren hier zelf niet op gekomen. Op het Anker werkt een team collega’s dat al heel lang op dezelfde manier met elkaar samenwerkt. Het valt dan niet mee om op een hele andere manier te gaan werken. Voorheen was de dag erg gestructureerd, nu is het veel gemoedelijker. Het komt zoals het komt. Dat was heel erg wennen. Het kostte best veel energie om het team daarin mee te krijgen. In het begin was het ook wel zoeken voor het team. Maar op gegeven moment zag iedereen wel: dit moet gewoon anders. We merken dat collega’s van andere afdelingen er nog wel sceptisch tegenaan kijken. Je moet er echt in meegenomen worden en zien welk effect het heeft op de bewoners.’
‘Hoe reageerden de bewoners hierop?’
‘Je merkt heel veel rust onder de bewoners nu we hun gedrag beter begrijpen. Natuurlijk is er ook nog wel onrust, dat neem je niet altijd weg. Maar je geeft hen wel de tijd, je laat hun gedrag toe, je laat hen vrij in wat ze willen.’
‘Hoe kijken jullie er nu achteraf tegenaan? Beveel je het andere afdelingen aan?’
‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik er zelf nooit op gekomen was. Het is echt dankzij de cursus van Jeannette en het meelopen in Nebo dat mijn ogen hiervoor open zijn gegaan. We krijgen veel waardering terug van bewoners en familie. Ik raad het zeker andere afdelingen aan! Deze manier van werken is geschikt voor iedere doelgroep.’
‘Hoe kijk je naar te toekomst?’
‘Dit is de nieuwe manier van werken, gericht op de toekomst.
Dit past ook heel mooi binnen het jaarthema van Amandelhof: ‘Zinvol zorgen – Klaar voor de toekomst’. Als we het straks met minder personeel moeten doen: laat maar dingen vallen. Dingen waar je overdag niet aan toekomt, komen ’s avonds wel. We doen dit met elkaar, we houden elkaar scherp en blijven alert.’
Dankjewel Mies, dat je hierover wilde vertellen!