Gespot in het RD: Oranjekleurige muren, schilderijen met boerderijen en een retro schoenenpoets; het tehuis Beth-San in Moerkapelle ademt naar vroeger

De bewoners komen regelmatig samen in de ontmoetingsruimte voor de dagopening of weeksluiting. Zo ook mevrouw Van de Lelij-Boeder (90). Acht jaar geleden kwam ze hier met haar -inmiddels overleden- man wonen, vertelt ze, terwijl ze haar gehoorapparaat in doet. „Nu versta ik u net iets beter.”

Intussen attendeert een verzorgster mevrouw Van der Lelij op haar warme kopje thee. „Gelukkig gaat het eten en drinken bij mij nog goed. Ik ben de Heere dankbaar voor mijn goede gezondheid. Soms val ik ’s avonds wel slecht in slaap. Dan zing ik Psalmen. Ik ervaar op zo’n moment dat ik in gemeenschap met de Heere ben.”

De bewoonster, vanouds afkomstig uit Lisse, had haar keuze voor Beth-San al een aantal jaren vaststaan, voordat ze daadwerkelijk hier kwam. „Het was een bewuste keuze. De reformatorische identiteit van het tehuis spreekt me erg aan. Naast de dagopening heb je hier ook elke maand een Bijbeluur. Daar probeer ik bij te zijn.”

Dat Bijbeluur verzorgt de aan het tehuis verbonden pastoraal werker Laurens van den Berge (41). „Ik besteed dan aandacht aan het levenseinde. Ik merk dat ouderen daar vragen over hebben. Nu ze veel alleen zijn, komen dingen van vroeger terug. Soms zijn dat heftige dingen die eerder misschien niet goed verwerkt werden. Ik vind het mooi om mensen wat mee te geven.”

Sinds 2018 werkt hij voor 24 uur in Beth-San te Moerkapelle en in Uitzicht te Vlaardingen. Beide tehuizen zijn verbonden aan Cedrah, een zorgorganisatie met een reformatorisch identiteitsprofiel. De pastoraal werker werkte voorheen dertien jaar als dakdekker.

„Toen ik als ouderling vanuit de gereformeerde gemeente te Aalst ouderenbezoeken aflegde, merkte ik dat dit mij trok. Ik voelde het pastoraat op mijn schouders drukken. Na de onderbouw op de middelbare onderwijs ben ik gestopt met school. De goede papieren om pastoraal werker te worden, had ik niet. Toch werd ik na een sollicitatie hier aangenomen. In de afgelopen jaren volgde ik cursussen. In de uren dat ik niet voor Cedrah werk, ben ik werkzaam in de bouw.”

Ontspanning

Het pastoraat aan ouderen heeft zijn hart, vertelt hij. „Ik werk met name op de afdeling Kleinschalig Wonen, waar bewoners met dementie verblijven. Wekelijks houd ik een Bijbelstudie met zo’n zeven mensen. Ik lees een bekend gedeelte uit de Bijbel en vertel er iets over. Ook zingen we veel Psalmen. Hoe weinig mensen soms nog weten, de Psalmen blijven vaak nabij. Zo ontmoette ik een aantal jaar geleden een man, die als mantelzorger, zijn zieke vrouw bijstond. We hadden goede gesprekken over het geloof. Een paar jaar later kwam hij zelf in dit tehuis terecht. Gesprekken voeren was met hem toen nauwelijks meer mogelijk. Hij kon niet meer zeggen wat er in hem leefde. Maar als we Psalm 42:5 zongen, viel zijn gezicht open. Dat zegt meer dan woorden kunnen doen.”

Het helpt mij om niet te hooggespannen verwachtingen te hebben van de Bijbelstudies, aldus Van den Berge. „Natuurlijk zijn positieve reacties van deze ouderen soms mooi om te horen, maar de Heere doet wat Hem behaagt. Dat geeft me ontspanning.”

De rust is wedergekeerd na corona, vertelt Van den Berge. „Die tijd was intensief. Je kon vaak niet veel. Praten met een mondkapje was lastig. De bewoners verstonden of herkenden mij niet.”

De pastoraal werker eindigde een gesprek dan altijd met gebed en Bijbel. „Dat geeft rust. Ik hoorde soms zoveel zorgen. En nu, na corona, ook nog. Pas was er een zoon overleden van een bewoner. Dan is er veel verdriet. Zelf heb ik ook maar lege handen. Maar samen kunnen we het dan voor God neerleggen. Ik hoef niets op te lossen. Juist ouderen verwachten ook geen oplossing. Door hun levenservaring weten ze dat mensen niet tot alles in staat zijn. Een Psalm die ik vaak lees als er verdriet naar boven komt, is Psalm 130. Uit de diepten, uit de noden, is er hoop bij God.”