Jaren geleden deed Lysanne de kappersopleiding. Na een jaar als kapster te hebben gewerkt, had ze het wel gezien. Ze ging aan de slag bij een modezaak en werkte daar jarenlang, tot zij haar tweede kindje kreeg. ‘Het leukste vond ik het om ouderen te adviseren. Juist zij hebben de behoefte om geholpen te worden bij hun keuze. Daar genoot ik echt van, dat ik iets voor hen kon betekenen. Toen trok het al, het contact met ouderen!’
Ervaren hoe de zorg is
Inmiddels is Lysanne 32 en moeder van vijf kinderen. Toen ze vorig jaar haar oma hielp met haar verhuizing binnen Amandelhof, begon het te kriebelen. ‘Ik voelde me thuis als ik bij mijn oma kwam. Ik zag de zorgmedewerkers bezig en dacht: Dat lijkt me eigenlijk wel heel leuk om eens te proberen.’ Toen haar man een papadag kreeg om de week, was de keuze snel gemaakt: Lysanne wilde als vrijwilliger aan de slag in Amandelhof. Eerst liep ze een dag mee als gastvrouw. ‘Dat was leuk, maar ik wilde ook graag ervaren hoe de zorg is.’
Adriana de Leeuw, coördinator informele zorg in Amandelhof, licht toe: ‘Dat was op dat moment nog helemaal niet gebruikelijk, een vrijwilliger die meedraait in de zorg. Met name omdat Lysanne geen zorgachtergrond heeft. Maar de ervaring leert dat het belangrijk is dat vrijwilligers werk doen dat hen iets oplevert. Als ze werk doen dat bij hen past, komen ze met plezier en houden ze het veel langer vol.’
De inzet van vrijwilligers in de zorg is ook nodig in de ontwikkeling naar passende zorg. Passende zorg is een van de mogelijkheden om de zorg, ondanks de dubbele vergrijzing, voor iedereen goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. ‘Niet alle vrijwilligers kunnen we inzetten in de zorg. Sommigen kunnen dat niet, anderen bieden liever welzijn aan de bewoners. En dat is ook belangrijk. Voor degenen die wel in de zorg willen meehelpen, kan het een opstapje zijn om de opleiding te gaan volgen.’
‘Het is belangrijk dat vrijwilligers werk doen dat bij hen past. Zo komen ze met plezier en houden ze het veel langer vol.’
Onderdeel van het team
Vrijwillig meedraaien in de zorg bleek mogelijk. Alle bewoners van afdeling de Oever gaven toestemming om door Lysanne geholpen te worden. Ze komt nu om de week op donderdagochtend. ‘Ik voel me onderdeel van het team. Het is een hecht team. Ik voel me helemaal thuis.’ Lysanne heeft een vaste buddy: verpleegkundige Esther. ‘Ik doe alles samen met Esther’, zo omschrijft ze haar werk. ‘Medicijnen delen mag ik niet, maar verder help ik bij van alles: ontbijt klaarmaken, mensen naar het toilet helpen of helpen douchen. En ik vind het wel leuk om af en toe het haar van een bewoner te doen.
Adriana beaamt dat het hebben van een goede buddy een vereiste is. ‘Esther weet wat Lysanne kan, Lysanne weet wat haar bevoegdheden zijn. Ze zijn goed op elkaar ingespeeld. Dat is echt een voorwaarde om dit te laten slagen.’
Lysanne koos bewust voor vrijwilligerswerk. ‘Je bent flexibel. Een vaste baan past niet bij ons drukke gezin. Natuurlijk rekenen ze op je, maar als vrijwilliger heb je bij overmacht nog een beetje ruimte om af te zeggen.’ Ze heeft op dit moment geen concrete plannen om de opleiding voor verzorgende te gaan doen. ‘Dan heb je je papiertje op zak, maar dat vind ik helemaal niet belangrijk.’ Wat Lysanne wel belangrijk vindt? ‘Ik wil bewoners helpen en met een voldaan gevoel de deur uitgaan. Ik vind het gewoon heerlijk zoals het gaat!’
‘Ik wil bewoners helpen en met een voldaan gevoel de deur uitgaan’
Mensen op hun kwetsbaarst
Lysanne geniet van haar werk. ‘We willen allemaal oud worden, maar niet oud zijn. Hier zie je van dichtbij hoe het is om oud te zijn. Het is zo mooi om mensen die al een leven achter de rug hebben te helpen. Je moet hier echt leren dat ieder mens verschillend is, om het iemand zo naar de zin te maken. Je moet de bewoners niet behandelen als een kind. Ze verdienen respect. De eindigheid van het leven komt hier heel dichtbij. Soms heb ik te maken met een bewoner die nergens meer interesse in heeft. Dat vind ik moeilijk. Heeft zo iemand behoefte om erover te praten? Dat is weleens zoeken. Ik probeer er zelf achter te komen bij de bewoner of bespreek het met Esther.’ Lysanne straalt enthousiasme uit als ze over de bewoners praat: ‘Ik bouw hier een band op met mensen, heel anders dan toen ik in de modezaak werkte. Dit gaat veel dieper, het is veel intiemer. Dat vind ik nou zo mooi: je ziet mensen op hun kwetsbaarst. Je gaat gewoon van hen houden. Toen ik na mijn vakantie weer kwam werken, reageerde een bewoner: ‘Ha, ben je er weer? Ik heb je gemist.’ Dat is toch heerlijk!’
Het werk geeft Lysanne bijzonder veel voldoening. ‘Ik vind het echt helemaal super! Ik zit de week ervoor al uit te kijken naar volgende week donderdag. Ik vind het werk steeds leuker worden. Ik ken de mensen, weet hoe de planning is, het werk gaat wat meer vanzelf. Ik vind het gewoon heerlijk.’
Wat maakt het werk nu zo bijzonder? ‘Het er zijn voor de bewoners, echt!’
‘Toen ik na mijn vakantie weer kwam werken, reageerde een bewoner: ‘Ha, ben je er weer? Ik heb je gemist.’ Dat is toch heerlijk!’